Het woord osteopathie komt van osteon (weefsel) en pathos (voelen). De osteopaat voelt met zijn handen fysiek naar de beweeglijkheid van de verschillende weefsels van het lichaam. De osteopaat gaat op zoek naar bewegingsverliezen die de oorzaak van de klachten van de patiënt kunnen zijn. Regelmatig bevinden oorzaak (bewegingsverlies) en gevolg (bijv. pijn) zich niet op dezelfde plaats. Er bestaat wel altijd een relatie tussen beiden.
De gebruikte technieken in de osteopathie variëren van zacht tot behoorlijk stevig. De technieken worden per patiënt aangepast. Er wordt rekening gehouden met de belastbaarheid van het lichaam. Naast het werken met de handen, vormt het adviseren ten aanzien van leefwijze en voeding een onderdeel van het vak. Het is mogelijk dat ook huiswerkoefeningen een onderdeel vormen van de behandeling. De osteopaat behandelt de gehele persoon, niet slechts die delen van het lichaam die klachten vertonen. Het is mogelijk dat verschillende mensen met exact dezelfde symptomen ieder een andere reden hebben om deze symptomen te ontwikkelen en een andere behandeling nodig hebben.
De osteopaat onderscheidt in het lichaam drie bewegingssystemen, waarin bewuste en onbewuste bewegingen plaatsvinden:
Tussen de drie systemen is een voortdurende wisselwerking. De drie systemen zijn met elkaar verbonden door bindweefsel, bloedvaten, lymfevaten en zenuwen. Biologisch is de mens één geheel en alle afzonderlijke systemen beïnvloeden elkaar. De osteopaat gaat uit van een aantal principes:
Het menselijke lichaam is van oorsprong heel beweeglijk. Toch kunnen er bewegingsverliezen ontstaan door verscheidene oorzaken bij jong en oud. Bewegingsverlies van weefsel kan ontstaan door invloeden van buiten af of door processen in het lichaam zelf. Een ieder wordt geboren met de karakteristieken van de ouders. Zo is de ene familie kwetsbaar op de darmen en neigt de andere familie naar botontkalking, etc. Ook heeft het leven het één en ander in petto. Men zegt ook wel “wanneer je geluk hebt is je geboorte het zwaarste trauma wat je meemaakt in je leven!”. De mens doet letsels op, de één ondergaat een operatie met littekenweefsel, de ander een auto-ongeval of de val van een trap of van een aankleedtafel. Ook inwendige letsels (oorontsteking, blindedarmontsteking, zwangerschappen/bevallingen etc.) veroorzaken littekens/spanningen waardoor de vloeistofstroom en dus de weerstand belemmerd kan worden. Verkeerde voeding, spanningen of emoties, zware eenzijdige werkzaamheden, enz. benadelen ook de kwaliteit van het weefsel. Men moet wel beseffen dat indien 100 mensen van straat geplukt worden, men ook bij 100 mensen bewegingsverliezen/letsels zal registreren. Dat is ook geen probleem.
Problemen in de vorm van lichamelijk of mentale klachten ontstaan slechts als de optelsom van aangeboren en verworven fysieke en mentale letsels teveel is geworden. Dit is het moment dat het herstelvermogen van het lichaam tekort gaat schieten. Dit kan zich uiten in verschillende klachten. Op dat moment kunt u een osteopaat raadplegen.